Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord rival

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
rival
(compete; contend; vie)
; ; ;
rival
(vie)
rivali
; ;
🔗 Through ducking out on Article 50, Cameron has handed his longtime rival a clearly poisoned chalice.
rivalry
(competition)
;
wedijver

EngelsNederlands
rivalconcurrent; concurrerend; mededingend; mededinger; medeminnaar; rivaal; rivaliseren; wedijverend; wediveren met
rival candidatetegenkandidaat
rival somebodyiemand naar de kroon steken
there are rivals in the fielder zijn kapers op de kust
outrivalhet winnen van
rivalryconcurrentie; mededinging; rivalieit; rivaliteit; wedijver