Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord one‐man

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
homekipi
🔗 And if we had ships, we could not spare the men to man them, not even for the princess Helen.
(human being; human)
🔗 What sort of men were they who tended these fires?
(fellow; male; bloke);
(agent; operative)
(human race; mankind; humanity);
🔗 The four men drank wine.
(they; you; people; we; a fellow; a man);
🔗 How does one find Pandelume, then?
🔗 One in six care workers in the UK is from overseas, but very few earn the £ 25,600 threshold proposed by the committee.
(some kind of; any; some);
een of andere
;
(anybody; somebody; someone; anyone)
🔗 Where may one be found?
🔗 Does Islam worship the one god of Abraham, like Jews and Christians, or some other god?

EngelsNederlands
one‐maneenmans‐; eenpersoons‐
one‐man businesseenmanszaak
manbediende; bemannen; bezetten; damschijf; de mens; kamerdienaar; knecht; man; manlijk; mannelijk; manspersoon; mens; schaakstuk; schijf; student; stuk; werkman
onede een; een; een en dezelfde; een enkele; een zekere; eentje; ene; iemand; je; men; één