Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord lose

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(fall away; lose flesh; lose in weight)
; ;
🔗 As an adult, Leon Czolgosz worked in a Cleveland factory until he lost his job in a labour dispute in 1893.
(forfeit)
🔗 Johnson’s speech on Wednesday night reflects the Brexiteers’ growing fears that, while they won the referendum battle, they might be losing the war.
(go to the wall; be worsted; have the worse; get the worst of it; be beaten; be defeated)
be lost
(get lost)
;
perdiĝi
🔗 Now, neither party can tell the world what really happened between Putin and Xí without anyone losing face.
lose flesh
(fall away; lose; lose in weight)
;
lose one’s life
(perish)
;
lose one’s way
(go astray; stray off; aberrate)
; ;
loser
(good‐for‐nothing; wastrel)
; ; ; ;
; ;
(toll; write‐off; wastage);
vermissing
🔗 We have suffered a loss!
(damage)
🔗 That’s a loss of £ 65 billion to the economy.
(harm; damage; detriment; hurt; injury; shenanigan; disadvantage);
(defeat)
🔗 Trump’s loss has been reaffirmed by courts and state election officials dozens of times since the election.
verloren
vojerarinta

EngelsNederlands
loseachterlopen; afraken van; afvallen; doen verliezen; erbij inschieten; het verliezen; kwijtraken; missen; schade lijden; verbeuren; verliezen; verspelen; verzuimen
be lostomkomen; teloorgaan; tenietgaan; vergaan; verloren gaan; verongelukken; verworpen worden
fight a losing battleeen bij voorbaat verloren strijd voeren; een verloren strijd voeren; tevergeefs strijden; vechten tegen de bierkaai
lose by iterbij verliezen
lose colourverkleuren; verschieten; zijn kleur verliezen
lose faceafgaan; zijn gezicht verliezen
lose fleshafvallen; mager worden; vermageren
lose groundgrond verliezen; terrein verliezen
lose heartde moed laten zinken; de moed opgeven; de moed verliezen
lose oneselfopgaan; van de weg afraken; verdwalen; zich verliezen
lose oneself inopgaan in; zich verdiepen in; zich verliezen in
lose one’s headhet hoofd verliezen; zenuwachtig worden
lose one’s heartzijn hart verliezen
lose one’s holdloslaten
lose one’s hold onloslaten
lose one’s labourvergeefse moeite doen
lose one’s legsvan de been raken
lose one’s lifehet leven erbij inschieten; het leven laten; het leven verliezen; om het leven komen
lose one’s marbleseen beetje kierewiet worden
lose one’s nervede moed verliezen
lose one’s place<vergeten waar men bij het lezen is gebleven>
lose one’s reasonhet verstand verliezen; zijn verstand verliezen
lose one’s sensesgek worden; zijn bezinning verliezen; zijn verstand kwijtraken
lose one’s shirtalles kwijtraken
lose one’s temperboos worden; driftig worden; in drift geraken; kwaad worden; ongeduldig worden; zich driftig maken; zijn kalmte verliezen
lose one’s wayde weg kwijtraken; van de weg afraken; verdolen; verdwaald raken; verdwalen
lose outhet afleggen; verlies lijden
lose patiencezijn geduld verliezen
lose sight ofuit het gezicht verliezen; uit het oog verliezen; vergeten
lose sleep overgrijze haren krijgen van; wakker liggen van
lose the dayde nederlaag lijden; de slag verliezen
lose track ofuit het oog verliezen
losing streakperiode van tegenspoed; serie nederlagen
lost causehopeloze zaak; verloren zaak
lost to honourvan alle eergevoel verstoken
play a losing gameeen verloren strijd voeren
the joke was lost onde grap ontging; de grap was niet besteed aan
there is no love lost between themze dragen elkaar geen goed hart toe
the story did not lose in the tellinger is bij het doorvertellen het een en ander aan het verhaal toegevoegd
loserverliezer
losinghopeloos; niet te winnen; verliezend
lossderving; nadeel; schade; teloorgang; verlies; vermissing
lostomgekomen; verdwaald; vergaan; verloren; verloren gegaan; verongelukt; weg