Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord forward
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(advance; advanced; antecedent; anterior) | ; voor‐ | |
(ahead; on; forth; forwards; onward; to the fore) | ; ; voort ; ; | |
🔗 Bring her forward! | ||
(dispatch; send off; ship; consign) | ; ; | |
(importunate; insistent; intrusive; troublesome) | trudema | |
(go forward; advance; progress) | voorwaarts gaan | |
🔗 Jubal reluctantly came forward. | ||
come forward (introduce oneself) | ||
straightforward (simple; common; unpretentious) | ||
straightforward (clear; distinct; plain; obvious; explicit; lucid; limpid) | ; ; | |
straightforward (faithful; loyal; upright; staunch; true; trusty) | ; ; ; trouwhartig | |
straightforward (perfectly simple; quite simple; very easy; as easy as lying) | ; | tutsimpla |
Engels | Nederlands |
---|---|
forward | aanvaller; afzenden; bereidwillig; bevorderen; brutaal; doorsturen; doorzenden; expediëren; geavanceerd; gevorderd; naar voren; nasturen; nazenden; opsturen; op termijn; opzenden; overmaken; óversturen; overzenden; progressief; spits; spitsspeler; toeschietelijk; toesturen; toezenden; vergevorderd; versturen; verzenden; voor‐; voorhoedespeler; voorlijk; voorover; voorste; voort; vooruit; vooruithelpen; vooruitstrevend; voorwaarts; vrijpostig; vroeg; vroegrijp |
carriage forward | ongefrankeerd; vracht betaalbaar ter plaatse |
carried forward | per transport |
come forward | naar voren treden; zich aanbieden; zich aanmelden; zich melden |
forward axle | vooras |
forward journey | heenreis |
from this day forward | van nu af; van nu af aan |
put forward a proposal | aankomen met een voorstel |
the forwards | de voorhoede |
centre‐forward | middenvoor; midvoor |
forwarder | afzender; bevorderaar; expediteur |
forwarding | afzending; bevordering; expeditie; toezending; verzending |
forwardness | bereidwilligheid; brutaliteit; geavanceerdheid; ijver; voorlijkheid; vooruitstrevendheid; vrijpostigheid; vroegtijdigheid |
henceforward | in het vervolg; van nu af; van stonden aan; voortaan |
straightforward | doodeenvoudig; doodgewoon; eenvoudig; eerlijk; gewoon; ongecompliceerd; oprecht; recht door zee gaand; rechttoe rechtaan; zakelijk |