Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord fly‐away
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 All thoughts of the sword, or the hot kettle in his hand, flew away. | ||
(approach) | ||
(balance; balance‐wheel) | ||
(wing) | ||
(hoist; hoist up; run up) | ; ; | |
(drive; steer) | ||
🔗 Then, together, hand in hand, they went to their fretting winged creatures, and so flew back to Ascolais. |
Engels | Nederlands |
---|---|
fly‐away | frivool; los; loshangend; wispelturig; wuft |
fly away | wegvliegen |
fly | besturen; bevliegen; geslepen; gulp; klep; laten vliegen; laten wapperen; omvliegen; onrust; ontvluchten; oplaten; per vliegtuig vervoeren; sluw; snellen; uitgeslapen; vervliegen; vlieden; vlieg; vliegen; vliegen over; vliegwiel; vluchten; voeren; voorbijsnellen; waaien; wapperen |