Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord figurehead

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(account; add up; calculate; work out); ; ;
(configuration; diagram; image; representation)
🔗 When all were on their feet, the floating figure spoke.
(cipher; digit; numeral)
ciferi
(depict; represent); ; ; ;
(stature); ;
(think)
🔗 He figures the whole attack took about three and a half minutes.
(matter; number); ;
🔗 Though official figures may never be known, it is believed that about 10% of the country’s population died.
(conduct; direct; drive; guide; lead; show the way)
de weg wijzen
; ; ;
(pate)
🔗 She almost took my head off.
(effigy)
(lead; precede); ; ;
(conduct; direct; drive; guide; lead; manage; refer; steer; address);
(be in charge; be in charge of; cover; govern; master; restrain; be at the head of);
🔗 The most obvious recent example is the president’s nomination of Budi Gunawan to head the national police.
(boss; chief; governor; leader; master; prefect)
🔗 Inflation in Russia could reach between 17% and 20% this year, Aleksej Kudrin, the head of Russia’s audit chamber, said on Wednesday.
(boss; chief; headman; leader; kingpin); ; ;
🔗 Ukrainians have now largely turned their backs on the Russian Orthodox Church whose head patriarch Kirill has backed the invasion.
;
🔗 Use your heads.

EngelsNederlands
figureheadboegbeeld; dummy; schegbeeld; stroman
figureafbeelding; bedrag; beeld; cijfer; cijferen; denken; figureren; figuur; gedaante; gestalte; met figuren versieren; personage; persoon; persoonlijkheid; postuur; verschijning; vóórkomen; zich voorstellen
headaan het hoofd staan van; aanvoeren; beeldenaar; bolletje; bovenaan staan op; boveneind; boveneinde; bron; categorie; chef; de eerste zijn onder; de eerste zijn van; directeur; gewei; helm; hoofd; hoofdeinde; hoofdman; hoofdpunt; kop; kopje; koppen; krop; kroppen; kruin; leider; manchet; oorsprong; opperhoofd; overste; punt; rector; rubriek; schuimkraag; spits; stronk; stuk; sturen; top; toppen; voorsteven; wenden; zich aan de spits stellen van; zich aan het hoofd stellen van