Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord elbow‐joint
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Tam dropped down beside him, leaning on one elbow. | ||
joint (articulation) | ||
joint (collective) | ; | |
joint (common; communal; concerted; generic; mutual; single) | ; | |
joint (collective) | opa | |
joint | ||
joint (join; jointing; seam) | ; voeg |
Engels | Nederlands |
---|---|
elbow | bocht; dringen; een bocht maken; elleboog; met de ellebogen dringen; met de ellebogen duwen |
joint | ex aequo; gebouw; geleding; gelegenheid; gelid; gemeen; gemeenschappelijk; gewricht; gezamenlijk; houtverbinding; joint; kast; keet; kit; knoop; kroeg; las; lassen; lid; mede‐; naad; scharnier; stickie; stuk; tent; toko; verbinden; verbinding; verbonden; verdelen; verenigd; voeg; voegen |
Vertaling door derde partijen:
- ellebooggewricht (Bing)
Het woord elbow‐joint kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.