Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord controlling
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bridle; check; curb; inhibit; restrain; rein in; contain) | ||
(actuate; enable; implement; operate; work) | ||
(break; subdue; train) | ; ; tot gehoorzaamheid dwingen | obeigi |
Engels | Nederlands |
---|---|
control | bedienen; bediening; bedieningspaneel; bedwang; bedwingen; beheer; beheersen; beheersing; beheren; beperking; bestrijden; bestrijding; besturen; besturing; bestuur; controle; controleren; in bedwang houden; leiden; leiding; macht; nakijken; regelaar; regelen; regeling; regelknop; regeren; toezicht; zeggenschap; zelfbeheersing |