Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord controller
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
controller (checker; examiner; inspector; overseer; supervisor) | ; verificateur ; | |
controller (control) | ||
air‐traffic controller | aviada reganto | |
(actuate; enable; implement; operate; work) | ||
(ascendance; ascendancy; governance; regulation; reign; rule; ruling) | ; | |
🔗 All these forms of control have been tried and tested in Thailand in the past. | ||
(bridle; check; curb; inhibit; restrain; rein in; contain) | ||
(controller) | ||
(break; subdue; train) | ; ; tot gehoorzaamheid dwingen | obeigi |
(management) | ; staatsadministratie ; staatsmonopolie | |
; |
Engels | Nederlands |
---|---|
controller | afdelingshoofd; controleur; opziener; penningmeester; toezichthouder; verificateur |
air‐traffic controller | luchtverkeersleider; verkeersleider |
control | bedienen; bediening; bedieningspaneel; bedwang; bedwingen; beheer; beheersen; beheersing; beheren; beperking; bestrijden; bestrijding; besturen; besturing; bestuur; controle; controleren; in bedwang houden; leiden; leiding; macht; nakijken; regelaar; regelen; regeling; regelknop; regeren; toezicht; zeggenschap; zelfbeheersing |