Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord cling
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(droop; hang down; hang) | ||
cling to (get caught on) | ; zich vastgrijpen ; | |
cling to (board; clutch; get caught on; grip) | zich vastklampen aan | alkroĉiĝi al |
clinging (tenacious) | tenaca |
Engels | Nederlands |
---|---|
cling | aanhangen; aankleven; dicht blijven bij; hangen; kleven; klitten; nauw sluiten; plakken; trouw blijven; vastzitten; zich vastklemmen |
cling film | huishoudfolie; krimpfolie |
cling like a leech | aanhangen als een klit |
cling like a limpet to | vastgeklit zitten aan; zich vastklampen aan |
cling to | zich vastklampen aan |
cling together | aan elkaar klitten |
clinging | aanhankelijk; klevend; nauwsluitend; plakkerig |