Duits–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Duitse woord schneiden

Duits → Nederlands
  
DuitsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(scheren);
;
;
;
aufschneiden
(prahlen)
een geintje maken
aufschneiden
(prahlen)
; ; ; ; ; ; ; ; ;
ausschneiden
beschneiden
; ; ;
;
🔗 Sie hatte seine Kehle mit einem Operationsmesser durchschnitten.
Holzschneidekunst
(Xylographie)
Schneide
;
Schneide
(Kante; Rand)
; ;
scherpe rand
(Gravierer; Graveur; Stecher);
Schneidezahn
snijtand
;
voortand
Schnitt
(Einschnitt)
;
Schnitt
; ; ;
Schnittbohne
(Gartenbohne; Grüne Bohne)
gewone boon
ordinara fazeoluso
(Pflücksalat; Blattsalat)
krispa laktuko
zerschneiden
; ; ;
zuschneiden
altranĉi