Duits–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Duitse woord niedergehen
Duits | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(funktionieren) | ||
🔗 Willst du schon gehen? | ||
(laufen) | ; ; | |
; ; | ||
nieder (abwärts; herab; herunter; hinunter) | ; ; ; ; ; |
Duits | Nederlands | Engels |
---|---|---|
niedergehen | afdalen; afgaan; afzakken; dalen; naar beneden gaan; neerdalen; neerkomen; neervallen | descend |
niedergehen | afdalen; afzakken; dalen; neerdalen; neerkomen; vallen | come down |
niedergehen | achteruitgaan; dalen; neerkomen; neervallen; omlaaggaan; uitvallen; vallen | fall |
niedergehen | achteruitgaan; afdalen; afgaan; dalen; naar beneden gaan; omlaaggaan; uitvallen; vallen | go down |