Duits–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Duitse woord gewähren
Duits | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
gewähren (erteilen; geben; verabreichen; spenden) | ||
gewähren (bewilligen) | het eens zijn ; ; |
Duits | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
gewähren (erteilen; geben; verabreichen; spenden) | ||
gewähren (bewilligen) | het eens zijn ; ; |