Nederlands–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord rijden

Nederlands → Afrikaans
  
NederlandsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
🔗 Vanochtend reed ik, zoals elke morgen met de fiets op weg naar mijn werk, langs de visboer aan het begin van de Straatweg.
🔗 Langzaam reden wij langs het water verder.
(gaan; karren)
🔗 Ik zou niet graag in dat oude wagentje rijden dat u daar hebt!
(wegrijden)
🔗 In maart werd nog een wolf doodgereden op de A28 in Drenthe.
rajdi sur ĉevalo
🔗 Rij je paard, Robbert?
(berijder; ruiter)
(wagon; spoorwagon);
🔗 Ik zal u een compartiment laten geven in het rijtuig dat wij in Belgrado hebben aangekoppeld.
(afrijden)
🔗 Daarna ging hij in zijn auto zitten en reed weg.
🔗 Simon keek de wegrijdende wagen na.