Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes kunst

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
kunst‐
künstlerisch
;
Kunst‐
🔗 Beheerst u deze kunst dan niet?
abstrakte Kunst
schone kunsten
schöne Künste
(plastiek)
Plastik
(architectuur);
Baufach
;
Baukunst
;
Baustil
;
Baukunst
konstruarto
(rekenkunde; rekenkunst)
Arithmetik
;
Rechenkunst
;
Zahlenlehre
Tanzkunst
(poëzie)
Dichtkunst
;
Dichtung
;
Poesie
(boekdrukkunst)
Typographie
Filmkunst
(cinematografie)
Kinematographie
(pantomime)
Pantomime
(mnemotechniek)
Gedächtniskunst
;
Mnemonik
(gemaakt; gemaniëreerd);
geziert
;
gezwungen
;
gekünstelt
;
unnatürlich
Gravierkunst
;
Stecherkunst
Kochkunst
🔗 Joost had die avond zijn best gedaan op het eten, want heer Bommels opmerkingen over zijn kookkunst hadden hem toch te denken gegeven.
Kunstakademie
Kunstkritiker
🔗 Ik heb hem persoonlijk door een kunstcriticus laten schrijven, want ik heb geen verstand van schilderen.
(artiest)
Artist
;
🔗 Je bent een kunstenaar!
(acrobaat)
🔗 Narren en kunstenmakers ontbraken niet en er werd geen aanstoot genomen aan hun optreden bij deze gelegenheid.
(galerie)
Kunstgalerie
;
Galerie
🔗 Is hij de eigenaar van die kunstgalerie?
künstliches Gebiß
;
Zahnersatz
🔗 Ze had nu geen kunstgebit meer.
Kunstgeschichte
(foefje; kneep; streek; toer; truc; handigheidje)
Kunststück
;
Kunstgriff
;
Kniff
; ;
Schlich
Kunsthistoriker
künstlich
;
künstlerisch
arte
Kunsteis
Kunstliebhaber
;
Kunstfreund
🔗 Dat is net iets voor mij, als kunstliefhebber.
(gemaakt)
künstlich
;
künstlich hergestellt
;
Kunst‐
Kunstdünger
🔗 Na de komst van kunstmest verloren de schapen van dit ras heel snel hun functie.
(school)
Eiskunstlauf
Synthesekautschuk
artefarita kaŭĉuko
🔗 Waarin liggen de voordelen van kunstrubber boven natuurrubber?
Kunstschatz
🔗 Het wereldberoemde museum op de rivieroever moest toen ijlings de waardevolle kunstschatten uit de kelders naar hoger gelegen verdiepingen brengen.
(schilder)
🔗 Ja, hij is beslist kunstschilder.
Kunststoff
(toer);
Kunststück
Kunstgegenstand
;
Kunstwerk
🔗 Help me liever om dit kunststuk naar de gang te dragen.
Kunstausstellung
Kunstfaser
(kunstwerk)
Kunstgegenstand
;
Kunstwerk
🔗 Hij gebruikte die positie meteen om grote aantallen kunstvoorwerpen in het buitenland te verkopen.
(kunstvoorwerp)
Kunstgegenstand
;
Kunstwerk
🔗 Hij staat daar in de spiegel te staren als iemand die een kunstwerk bewonderd.
Kunstsinn
(kunstzinnigheid)
künstlerische Vollendung
;
künstlerisches Gefühl
(naaien; naaivak)
Nähen
(retoriek)
Rhetorik
(cijferkunst; rekenkunde)
Arithmetik
;
Rechenkunst
;
Zahlenlehre
schermkunst
(schermen)
Fechten
;
Fechtkunst
schoonschrijfkunst
(kalligrafie)
Kalligraphie
;
Schonschreibkunst
(grammatica; spraakleer)
Grammatik
;
Sprachlehre
🔗 Voor naslagdoeleinden is na de lessen een overzicht van de spraakkunst gegeven met geheel verbogen en vervoegde woorden, die tot model van vele andere kunnen dienen.
toonkunst
Tonkunst
(magie);
Zauber
🔗 Tussen de rotsen langs de rand van de afgrond vond een gevecht plaats waarbij toverkunst geen rol speelde.
kantarto