Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes genietbaar
Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
---|---|---|
genießbar | ||
(bekomen; krijgen; ontvangen) | ; ; | |
🔗 Hij genoot een officieel jaarsalaris van ongeveer 30.000 euro, maar beschikte tegelijkertijd over peperdure villa’s in onder meer Zuid‐Afrika en Groot‐Brittannië. | ||
(genieten van; savoureren) | ; auskosten ; sich erfreuen an | |
(genieten van) | frohlocken ; sich freuen ; froh sein | |
🔗 Hij heeft van zijn vrijheid dus niet meer mogen genieten. |