Nederlanda–Esperanta vortaro

Esperanta traduko de la nederlanda vorto trekken

nederlanda → esperanto
  
nederlandaesperanto
(aanhalen; aantrekken)
altiri
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok.
(aanlokken; aantrekken)
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen)
()
(tappen; uittrekken)
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde.
(slepen)
infuziĝi
(buigen; kromtrekken)
(slepen)
remorki
streki
trablovi
(halen)
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven.
trati
(aftrekken; laten trekken; zetten)
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok.
suĉi
🔗 Hij trok aan zijn sigaar.
tiriĝi
🔗 Het leger zou van plan zijn via Kramatorsʹk naar het zuidelijker gelegen Horlivka te trekken.
🔗 Gewoonlijk trekken ze niet ver van hun dorp vandaan, omdat dat niet nodig is.
(migreren)
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) ()
aan zijn trekken komen
ricevi sian parton
🔗 De gebeurtenissen in Ao Hidis hebben wijd en zijd de aandacht getrokken.
(lering trekken uit)
lerni de
(een les trekken uit)
lerni de
🔗 Alles gaat zoals het gaan moet, maar alleen de wijze kan er lering uit trekken.
🔗 Ik trek zelf ten strijde met mijn mannen.
(aanhalen; trekken)
altiri
(aanlokken; bekoren; trekken)
🔗 Arie trok de riem van zijn regenjas wat aan.
(aandoen; opzetten)
🔗 Toen trok hij schone kleren aan.
(inhouden)
(wegtrekken)
fortiri
(trekken)
(korten)
(retireren; zich terugtrekken) (
retiri sin
)
subtrahi
(afrukken)
onanigi
ekloĝi en
🔗 En weet u hoe het komt dat u pas om 16:00 uur uw gereserveerde kamer kunt betrekken?
(insluiten) ()
(bewolken)
malsereniĝi
🔗 Zijn metgezel betrok.
(halen) (
holi
)
🔗 Het besturen van de provincies was dikwijls onmogelijk zonder deze mensen erbij te betrekken.
(aanschaffen; afnemen; overnemen; zich aanschaffen)
🔗 En ook zij hebben hun biljetten via u betrokken?
(verwikkelen)
🔗 In de nacht van vrijdag op zaterdag heeft een groot deel van de separatisten de stad verlaten, nadat het Oekraïense leger de stad was binnengetrokken.
🔗 Ik trok het plastic badgordijn dicht en draaide de kranen wijdopen.
trapasado
🔗 De onverwachte val had hem geleerd dat hij moest oppassen bij het doortrekken van de donkere gangen.
(rekken; uitleggen; verlengen) ()
trapeli akvon
🔗 Iedereen wil wel een herinnering hebben aan een gevaarlijk gebied dat hij doorgetrokken is.
(verzadigen)
sorbigi
(fysionomie)
(terugtrekken)
(trekken)
kuntiri
🔗 Hij opende het portier en stapte in, zijn jonge vriend meetrekkend.
(calqueren; óvertrekken) (
trakopii
)
(nagaan; onderzoeken)
🔗 Je had een en ander moeten natrekken bij Ildefonse.
subentiri
(omvertrekken)
renversi tire
(aftekenen; omlijnen)
renversi tire
(onthouden)
🔗 Ons water onttrekken wij aan vier bronnen diep in de bodem.
(openmaken)
malŝtopi
tirmalfermi
🔗 Hij trok het zijraampje open en keek naar buiten.
(versnellen; accelereren)
(ophalen)
🔗 Hij trok de wenkbrauwen op en staarde misprijzend naar het voedsel.
(bouwen)
🔗 Het hout, waarvan dit gebouw was opgetrokken, was nieuw.
(calqueren; natrekken) (
trakopii
)
(langsgaan; passeren; voorbijgaan; voorbijlopen)
preterirado
🔗 Tegen het einde van de middag leunde de bediende Joost uit het venster van zijn torenkamer en keek naar het overtrekken van de wolkenvelden.
staŭli
(bekleden)
tegi
(rondreizen)
kuntiri
oblikviĝi
(schuinen)
oblikvigi
stuiptrekken
(krampachtig samentrekken)
dentotiri
(intrekken)
🔗 Hij keek naar zijn teruggetrokken hand en een doordringende, onaangename geur bereikte zijn neusgaten.
touwtrekken
ŝnurtira lukto
(gelaatstrek)
🔗 Ik lette meer op de trekken van de derde persoon, degene die Random nooit eerder had gezien, zoals hij had gezegd.
trekbal
retroefika puŝo
🔗 In de middag gunde hij de trekdieren een tijdlang rust.
migra kolombo
(
migrokolombo
)
trekhaak
(harmonica; trekzak)
bekkaresi
trekkend
migrema
🔗 Hij haalt de trekker over.
(tractor)
🔗 Het vervoer vindt plaats met een krachtige trekker.
trekkracht
()
🔗 Hij vouwde de proviand in het dekzeil en laadde dit op het trekpaard dat er het beste uitzag.
trekpen
(attractie)
🔗 Hoe maak je je tuin een trekpleister voor vogels en insecten?
trekpot
(theepot)
trekschakelaar
trekschuit
ĉevaltrenata ŝipo
treksluiting
(rits; ritssluiting)
()
trektocht
trekvaart
()
(harmonica; trekharmonica)
elmergi
(uitwijken) ()
(rekken) ()
(bestemmen)
🔗 Als beginner moet u ongeveer een half uur tot één uur voor iedere training uittrekken.
(afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen)
🔗 Hij trok zijn jas uit en legde die over een stoel.
(uitrukken)
ekmarŝi
(uitrukken)
(ontlokken; tappen; trekken; eruit trekken)
🔗 Toen zij eenmaal de kamer uit waren, sloegen ze haar bijna bewusteloos en trokken ze enkele van haar nagels uit.
(afgaan; heengaan; ervandoor gaan; weggaan; zich verwijderen; opstappen)
🔗 De volgende morgen vertrok Robert.
(uitvaren)
(aanslaan; starten)
starti
(kamers)
ĉambroj
🔗 Cugels gezicht vertrok en hij huiverde.
(begunstigen; bevoordelen; gunstig gezind zijn)
()
(slepen)
formigri
🔗 Maar het is moeilijk een geheel dorp te doen wegtrekken.
🔗 De kleur trok weg uit zijn gezicht.
(aftrekken)
fortiri
🔗 Heb jij ooit de etensbak van je eigen hond durven wegtrekken?