Nederlanda–Esperanta vortaro

Esperanta traduko de la nederlanda vorto kijken

nederlanda → esperanto
  
nederlandaesperanto
(toekijken; uitkijken; zien)
🔗 Ze liep naar de badkamer en keek in de spiegel.
🔗 Waarom kijken jullie zo kwaad?
🔗 Kijk snel op pagina 51 voor meer informatie.
(aanzien; beschouwen; bekijken; bezien; aankijken)
🔗 Kijk niet naar de rommel.
televisie kijken
rigardi televidon
(aanzien; beschouwen; bekijken; kijken naar; bezien)
🔗 Ze keek hem met een warme glimlach aan.
(omkijken)
🔗 Toen de auto tegen de heuvel op reed, keek hij achterom.
(spieken)
fikopii
ŝtelrigardi
(beschouwing; schouwen)
🔗 Hij was zó in het bekijken van het voertuig verdiept dat hij de beide ongure gedaanten bij het schuurtje niet zag.
(schouwen; aanzien; beschouwen; kijken naar; bezien; aankijken)
🔗 Maar het gevoel dat hij bekeken werd, bleef.
(beschouwen; bezien) ()
🔗 Aan de andere kant moet ik de zaken van de materiële kant bekijken.
travidebla bluzo
enrigardi
🔗 „U moogt ze inkijken,” zei hij, „maar ik moet bij u blijven.”
(aanblik; blik)
montra tago
(verrekijker)
🔗 Hij richtte de kijker die om zijn hals hing op het huis zelf.
(verrekijker)
🔗 Hij had zijn kijker niet nodig.
(beschouwer; toeschouwer)
🔗 In deze trant sprak hij nog enige tijd door, terwijl de kijkers vol ongeduld voor hun toestellen zaten.
(sterrekijker; telescoop; verrekijker)
🔗 Vandaag heb ik de kijker gerepareerd.
observa truo
🔗 Een blik door het kijkgat in het paneel zei Conan dat het vertrek waar hij had geslapen, leeg was.
rigardema
observa fendo
spiona fendo
(onderzoeken; onder de loep nemen; checken)
🔗 Je mag je ogen weleens laten nakijken.
(checken; controleren)
(naogen)
postrigardi
🔗 Hij tikte wat as af en keek peinzend een rookwolkje na.
(inspecteren; nazien)
revizi
rigardi malsupren
🔗 Een van hen keek om, zag ons komen en stelde de anderen daarvan op de hoogte.
(naar beneden kijken; neerkijken; neerkijken op)
rigardi malsupren
🔗 Ik schrok toen ik omlaagkeek.
(opzien)
levi la okulojn
(
malfermi la okulojn
)
🔗 De man keek op uit zijn boek.
(rondzien)
🔗 Ik kijk deze kamer rond.
(loensen; scheelzien)
strabi
🔗 Twee broertjes doen achter de rug van hun vader een wedstrijdje om wie het langst scheel kan kijken.
terugkijken
(omzien)
rigardi returne
(terugzien)
rerigardi
(gadeslaan; observeren; toezien)
🔗 Zit stil en kijkt toe.
(kijken; toezien; uitkijken)
🔗 Sam keek hoofdschuddend en lachend toe.
(uitzien)
esti singarda
🔗 Nu we zoveel geld hebben, moeten we uitkijken.
(kijken; toekijken)
🔗 Hij kon nu over de haven uitkijken.
forpeli rigarde