Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais wegenwachter

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
wegenwachter
(cikorei; wilde cichorei)
chicorée amère
;
chicorée sauvage
(bewaarder; bewaker; hoeder; wacht)
garde
;
gardien
🔗 Er liepen ook een paar wachters tussen de struiken in de buurt van het pad.
(heen; voort; verwijderd; henen; uit)
moyen
;
remède
;
ressource
;
route
;
voie
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk.