Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais vliegen

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
faire de l’aviation
;
voler
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
voler
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.
(aangaan; ontbranden; vuur vatten)
s’allumer
🔗 Het is nog onduidelijk of de auto in brand is gevlogen door een ongeval.
(exploderen; ontploffen)
exploser
🔗 De ontplofbare stof, waarschijnlijk kruit, vloog in de lucht zonder schade aan te richten.
mouche
🔗 Een wolk enorme zwarte vliegen zoemde luid boven de met bloed bespatte stenen.
vliegbereik
rayon d’action
(vlieger; piloot)
pilote
(aviateur; vlieger)
aviateur
🔗 De beide Duitse vliegeniers Kienzle en Schulze, die op het ogenblik in handen van de Baskische regering zijn, zullen tezamen met twee andere buitenlanders worden uitgewisseld tegen drie vliegeniers van de regering en nog een vierde persoon, die door de troepen van Franco waren gevangen genomen.
vlieghaven
(luchthaven)
aérodrome
;
aéroport
(luchtvaartmaatschappij)
compagnie aérienne
🔗 Tot nu toe moesten drie vluchten van de vliegmaatschappij uitwijken, onder meer naar het Portugese Faro.
aéronef
;
🔗 De lucht was vol vliegmachines.
(machine; toestel; vliegmachine)
aéronef
;
🔗 Dus sloop ze langs de vliegtoestellen, naar de poort die toegang gaf tot de Sterrenberg.
aéroplane
;
🔗 En waar moet dat vliegtuig landen?
aérodrome
;
aéroport
vliegwezen
(luchtvaart)
aviation
;
navigation aérienne
zweefvliegen
(een glijvlucht maken; glijden)
planer