Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais spuit
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(luchten) | aérer ; ventiler | ventoli |
jaillir | ŝpruci | |
🔗 Terwijl hij dat deed, spoot een straal vloeistof door de nachtlucht precies naar de plaats waar hij een seconde tevoren nog gestaan had. | ||
(sproeien; uitspuiten; verstuiven) | projeter un liquide | ŝprucigi |