Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais schepsel

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(creatuur)
créature
🔗 Het schepsel antwoordde in zijn eigen taal.
(maken)
composer
;
🔗 Het zegt u niets dat op deze plek heerlijke meesterwerken geschapen zijn.
(hozen)
puiser
(opscheppen)
pelleter
(creëren; maken)
🔗 Tom Poes had intussen het heuveltje beklommen waar heer Ollie zijn beeltenis uit graniet had geschapen.
(creëren)
créer
🔗 Zo’n huis schept een mooie sfeer!
créer
🔗 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
(gedrocht; monster; ondier; wangedrocht; misbaksel)
monstre