Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais meten
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(afmeten; opmeten; opnemen; roeien; uitmeten) | mesurer | |
🔗 Ik moet wel wat meten en enkele berekeningen maken. | ||
(meten; opmeten; opnemen; uitmeten) | mesurer | |
(meter; teller) | compteur | |
(geometrie) | géométrie | |
(immens) | immense | vastega |
🔗 Het volgende ogenblik lag er een schat van onmetelijke waarde voor ons. | ||
(afmeten; meten; opnemen; uitmeten) | mesurer | |
(afmeten; meten; opmeten; opnemen) | mesurer |