Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais heffen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(beuren; ophalen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; omhoogheffen) | élever ; lever ; soulever | |
🔗 De edelman stond op en hief zijn lorgon. | ||
levier | ||
impôt ; taxe | ||
🔗 De heffingen zijn een reactie op Amerikaanse heffingen op Europese producten. | ||
(beuren; heffen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; opbeuren) | élever ; lever ; soulever | |
liquider ; supprimer | ||
(afbreken; opbreken; ophouden met; staken) | arrêter ; faire cesser ; interrompre ; terminer | |
🔗 En nu wilt u dat ik de vloek ophef. | ||
(beuren; heffen; ophalen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; hieuwen; opbeuren; omhoogheffen) | élever ; lever ; soulever | |
🔗 Er werd een catalogus opgeheven. |