English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wrong

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(erroneous; mistaken); ;
🔗 Roman power was founded upon armed force, yet it is wrong to think of the Romans as primarily a military people.
(fallacious; false; incorrect; unsound)
ongelijk hebbend
(incorrect); ;
🔗 You have applied to the wrong ship.
(insult; offend; hurt; aggrieve; affront);
(bad; miserable; nasty; poor)
(unjust; unfair; iniquitous; wrongful); ; ;
(wrongdoing; injustice)
(evildoer; malefactor)
wrongful
(unjust; unfair; iniquitous; wrong)

EnglishDutch
wrong averechts; faliekant; fout; foutief; grief; kwaad; mis; onrecht; onrecht aandoen; uit den boze; verkeerd; verkeerdelijk; verongelijken; verongelijking
be in the wrong ongelijk hebben
be proved wrong ongelijk krijgen
be put in the wrong ongelijk krijgen
do somebody a wrong iemand onrecht aandoen
do something wrong iets verkeerd doen
do wrong kwaad doen; misdoen; misdrijven
get somebody in the wrong iemand in een kwaad daglicht stellen
go wrong defect raken; in het ongerede raken; misgaan; mislopen; scheef gaan; spaak lopen
put somebody in the wrong iemand in het ongelijk stellen; iemand ongelijk geven
wrong number verkeerd verbonden
wrong side up ondersteboven
wrong somebody iemand onrecht aandoen; iemand te kort doen
wrongdoer dader; overtreder; zondaar
wronged verongelijkt
wrongful onrechtmatig; onrechtvaardig; onterecht; verkeerd