English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word succession

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
succession
(order; run; sequence; series)
;
(score a success)
🔗 We explain what the designers of the language set out to do and to what extent they succeeded.
(replace; substitute);
in de plaats stellen van
;
(follow; come after; trail; ensue)
🔗 Nabopolassar was succeeded by Nebuchadnezzar II, who became king after the death of his father in 604 BC.
succeed
;
succeed

EnglishDutch
successionafwisseling; erfopvolging; opeenvolging; opvolgend geslacht; opvolging; reeks; successie; troonopvolging; volgorde
in successionachter elkaar; achter mekaar; achtereen; achtereenvolgens; na elkaar
in succession toals opvolger van; na
right of successionversterfrecht
succession to the thronetroonopvolging
war of successionsuccessieoorlog
succeedgelukken; goed uitvallen; komen na; lukken; opvolgen; slagen; succes hebben; volgen; volgen op