English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word squabble

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
squabble
(wrangle)
kunbekiĝi
squabble
(quarrel; wrangle; bicker; row)
;
squabble
(quarrel; altercation; dispute; wrangle)
ruzie
squabble
(wrangle)
; ; ;
squabbling
(altercation; dispute; quarrelling; wrangling; arguing)
; ; ;

EnglishDutch
squabble bekvechten; gehakketak; geharrewar; gekibbel; hakketakken; hakketeren; harrewarren; kibbelarij; kibbelen; kibbelpartij; kift; kiften; kissebissen; krakeel; krakelen; mot; ruzie
squabbler kibbelaar; krakeler; ruziemaker
squabbles gehakketak; geharrewar; gekibbel; haken en ogen