English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word skin flake

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
flake
(snowflake)
flake
(component; element; entry; fragment; item; particle; snippet)
; ; ;
flake
(flock)
(fur; hide; pelt; coat);
(hide);
🔗 She rode well and het clear tanned skin indicated an outdoor life.
(flay; strip)
; ;
🔗 Nynaeve did, too, and I thought she was going to skin me and the guard both.
(cutaneous)
huid‐
(interface)
(peel; shell)
senŝeligi
(bark; husk; peel; shell; hull)

EnglishDutch
skin flake huidschilfer
flake afschilferen; doen afschilferen; doen schilferen; flinter; lapje; schilfer; schilferen; schuimvlok; vlok; vlokken; vonk
skin afstropen; huid; huidje; leren zak; ontvellen; pel; pellen; schil; stropen; vel; velletje; villen; vlies