English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word silk

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(of silk)
silk gourd
(angled luffa; ridged gourd; sponge gourd; ribbed loofah; silky gourd)
teroi
;
angula lufo
silk‐cotton
(cotton‐tree; red cotton‐tree; red silk‐cotton)
Indische kapokboom
hinda bombako
silk‐cotton
(kapok; Java cotton; Java kapok)
silk‐grass
(Adam’s needle; common yucca; Spanish bayonet; bear grass; needle‐palm; spoonleaf yucca)
filamenta jukao
silk‐oak
(silky‐oak; Australian silver‐oak; southern silky‐oak)
(bombyx)
zijderups
;
zijig

EnglishDutch
silk zijde; zijden
artificial silk kunstzij; kunstzijde
darning silk stopzij; stopzijde
shot silk changeantzijde
silk gourd teroi; vleugelkomkommer
silk hat hoge hoed
taffeta silk taf; tafzij; tafzijde
you can’t make a silk purse out of a sow’s ear men kan geen ijzer met handen breken
silk‐cotton Indische kapokboom; kankantrie; kankantrieboom; kapokboom
silk‐grass palmlelie
silk‐oak Australische zilvereik; zilvereik
silks zijden kleren; zijden stoffen
silk‐screen zeefdruk
silkworm zijderups
silky poeslief; zijdeachtig; zijden; zijig