English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word satisfied

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(contented; pleased; content; gratified; happy);
🔗 I’m satisfied with it.
satisfied
(full; replete)
satisfied with
(content with)
kontenta je
dissatisfied
(discontented; displeased; disgruntled; disaffected)
;
(meet with; content; gratify);
tevreden stellen
;
🔗 They won’t be satisfied with Tanchico and Ebou Dar.
(assuage);
satigi
satisfy
(meet)
;

EnglishDutch
satisfied vergenoegd; verzadigd; voldaan
satisfied with genoegen nemend met; tevreden met; tevreden over
dissatisfied misnoegd; ontevreden; onvoldaan
satisfy bevredigen; genoegen geven; geruststellen; overtuigen; stillen; tevreden stellen; vergenoegen; verzadigen; voldoen; voldoen aan; voldoening geven
self‐satisfied zelfvoldaan
unsatisfied onbevredigd; ontevreden; onverzadigd; onvoldaan