English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word romp

English → Dutch
  
EnglishDutch
romp dartelen; ravotten; stoeien; stoeier; stoeipartij; wildebras; wildzang
game of romps stoeipartij
romp about ronddartelen
romp home met gemak winnen
romp in met gemak winnen
romp through an exam op zijn sloven voor een examen slagen
romp with sollen met
romper speelpakje
romping geravot; gestoei; stoeierij; stoeipartij