English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pursuit

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
pursuit
(persecution; stalking)
;
(chase; hunt after; hunt for);
alceli
(chase; persecute; harrow; oppress; stalk; go after); ; ; ;
pursue
zich bezighouden met
okupiĝi pri
(drive)
🔗 I myself will pursue the woman.
🔗 I myself will pursue the woman.

EnglishDutch
pursuit achtervolging; jacht; najaging; nastreven; streven; vervolgen; vervolging
be in pursuit of jacht maken op
in pursuit of jacht makend op; nastrevend; uit op; vervolgend
pursuit of jacht op; streven naar
pursuit race achtervolgingswedstrijd
team pursuit ploegenachtervolging
pursue achterna gaan; achternagaan; achternazetten; achtervolgen; doorgaan; doorgaan op; doorgaan over; najagen; nastreven; nazetten; nazitten; uitoefenen; verder gaan; vervolgen; volgen; voortzetten
pursuits bezigheden; werk