English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word personation
English | Dutch |
---|---|
personation | rolvervulling; uitbeelding; voorstelling |
personate | de rol vervullen van; uitbeelden; voorstellen; zich uitgeven voor |
English | Dutch |
---|---|
personation | rolvervulling; uitbeelding; voorstelling |
personate | de rol vervullen van; uitbeelden; voorstellen; zich uitgeven voor |