English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word perch

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
perch	baars	perko
pike‐perch (zander)	snoekbaars	sandro
🔗 We prefer to catch even just one pike‐perch instead of driving a taxi.

English	Dutch
perch	baars; hoge plaats; hoog gaan zitten; neerstrijken; roe; roede; roest; roesten; stang; stok; stokje; zitstokje
be perched	hoog liggen; hoog staan; hoog zitten
knock somebody off his perch	iemand een toontje lager doen zingen
perch upon	neerstrijken op
pike‐perch	snoekbaars