English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word pen‐case
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
pen‐case | ||
(affair; matter) | ||
(box) | ||
🔗 Inside nestled were two hard leather cases. | ||
🔗 Adjectives in Esperanto agree in number and case with the noun they qualify. | ||
(chance; event; instance; occasion; occurrence; opportunity; time) | ||
🔗 Before the US mumps vaccination programme started in 1967, the CDC received reports of 186,000 cases each year. | ||
(thing; matter; issue; question) | ||
🔗 But in this case you are wrong. | ||
(sty) | ||
; | cignino |
English | Dutch |
---|---|
pen‐case | pennenkoker |
case | argument; band; casus; dek; doos; etui; foedraal; gedig; geding; geval; handkoffer; hok; huisje; huls; in een kist doen; insluiten; kas; kast; kist; koffer; koffertje; koker; naamval; opnemen; overtrek; overtrékken; pakkist; patiënt; proces; rechtszaak; schede; tas; toestand; trommel; verkennen; zaak |
pen | beperken; box; duikbootbunker; hok; kooi; kooien; kot; neerpennen; opsluiten; pen; pennen; schapehok; schapestal; schrijven; vrouwtjeszwaan; wijfjeszwaan |