English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word peep

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(chirp; squeak; twitter; warble; beep)
pepi
kaŝrigardi
(at daybreak; at the crack of dawn)
peep at
subrigardi

EnglishDutch
peepblik; gepiep; gluren; kijken; kijkje; piep; piepen
at peep of daybij het gloren van de dag; bij het krieken van de dag
peep ataangluren; begluren; beloeren; gluren naar; kijken naar
peep outom de hoek komen kijken; zich vertonen
the peep of dawnhet aanbreken van de dag; het ochtendgloren
the peep of dayhet aanbreken van de dag; het ochtendgloren
peeperloerder
peepholekijkgat
peepshowkijkdoos; kijkkast; peepshow; rarekiek