English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word peck

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
pecker
(cock; prick; dick; willy; member; rod)
woodpecker

EnglishDutch
peckbikken; <inhoudsmaat>; pik; pikken; vluchtig kusje; vluchtig kussen
a peck ofeen hoop
peck athakken op; pikken in; pikken naar
peck at foodkieskauwen; met lange tanden eten
peck offafpikken
peck orderpikorde
peck outuitpikken
henpeckedonder de plak zittend
peckerlul; neus; pik
woodpeckerspecht