English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word linger

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
linger
(remain; stay; abide; sojourn)
; ; ; ; ;
restadi
lingerer

EnglishDutch
linger blijven hangen; dralen; kwijnen; talmen; toeven; treuzelen
linger away vertreuzelen
linger on blijven hangen; een kwijnend bestaan leiden; kwijnen
not linger over niet lang blijven stilstaan bij; niet langer blijven stilstaan bij
lingerer talmer
lingering dralend; gedraal; getalm; getreuzel; langdurig; langgerekt; langzaam; slepend; talmerij