English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word likes

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(appreciate; enjoy; love; prize; care);
🔗 And you wouldn’t like that?

EnglishDutch
likeaanstaan; als; bevallen; dergelijk; evenals; gaarne mogen; gelijk; gelijkend; geven om; graag hebben; graag mogen; houden van; lusten; moeten; mogen; prettig vinden; soortgelijk; veel op hebben met; vinden; weerga; zelfde; zo; zoals