English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word humble

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(lowly; meek); ;
humble
(abase; humiliate; mortify; demean)
humble oneself
(abase oneself)
zich vernederen
humble plant
(sensitive plant; sleepy plant; touch‐me‐not; shameplant; shy plant)
;
🔗 The innkeeper bowed humbly.
humiliate
(abase; mortify; humble; demean)
humility
; ; ;
humility
;

EnglishDutch
humble bescheiden; deemoedig; deemoedigen; gering; nederig; onbelangrijk; onderdanig; schamel; vernederen; verootmoedigen
eat humble pie een toontje lager zingen; zich vernederen
home is home, be it ever so humble eigen haard is goud waard; zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
humble oneself zich deemoedigen; zich vernederen
humble oneself before zich vernederen voor
humble oneself in the dust zich in het stof vernederen
humble oneself to zich vernederen voor
humble oneself to the dust zich in het stof vernederen
humble plant kruidje‐roer‐me‐niet
humbleness deemoedigheid; nederigheid; schamelheid
humbly bescheiden; deemoedig; nederig; onderdanig; ootmoedig
humiliate vernederen; verootmoedigen
humility deemoed; deemoedigheid; nederigheid; onderdanigheid; ootmoed