English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word hairpin

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
hair	haar	hararo
🔗 His straight light‐brown hair was cropped into a cap covering the top of his ears.
hair	haar	haro
hair (hairs)	haar ; haren	haroj
pin (skittle)	kegel	keglo
pin	vastspelden	alpingli
pin	pin	bukdorno
pin (bolt)	bout	bolto
pin (bolt)	met bouten vastmaken	bolti
pin (needle)	speld	pinglo
🔗 My wife sent me to buy pins!

English	Dutch
hairpin	haarspeld
hairpin bend	haarspeldbocht
hairpin curve	haarspeldbocht
hair	haar; haartje; haren; vleug
pin	bout; clip; insluiten; kegel; keil; luns; nagel; opprikken; opsluiten; pen; pin; pincode; pinnen; prikken; schroef; speld; spelden; speldje; spie; stift; tap; vasthouden; vastklemmen; vastpinnen; vastprikken; vastspelden; vastzetten