English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word disagreeable

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
disagreeable
(bleak; dismal; dreary; horrible; nasty; distasteful; unpleasant; untoward)
; ;
disagreeable
(brutal; gruff; harsh; rough; sour; surly; unkind; unpleasant; sullen)
; ; ; ; ; ; ;
stuurs
;
(enjoyable; lovely; nice; pleasant; congenial); ;
(pleasant; enjoyable)
(good‐hearted); ; ;
toegevend
konsentema
(benevolent; kind; sympathetic; accommodating; amiable)
(pleasing; nice; pleasant)
welgevallig
plaĉa

EnglishDutch
disagreeable naar; onaangenaam; onbehaaglijk; ongenietbaar; onplezierig; onprettig; slechtgehumeurd
agreeable aangenaam; bereid; genoeglijk; overeenkomstig; prettig; welgevallig
disagreeableness onaangenaamheid; onbehaaglijkheid
disagreeables onaangenaamheden