English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word disable

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(capable; competent); ; ;
🔗 Manning was able and brilliant.
(competent; capable; efficient; skilled)
(authorized; qualified)
kvalifikita
disabled

EnglishDutch
disable buiten gevecht stellen; diskwalificeren; invalide maken; onbevoegd verklaren; ongeschikt maken; onschadelijk maken; onttakelen; uitsluiten
able bekwaam; bevaren; bevoegd; capabel; geschikt; handig; knap; kundig
disabled arbeidsongeschikt; buiten gevecht gesteld; gediskwalificeerd; gehandicapt; invalide; onbekwaam; ontredderd; stuk; verminkt
disablement invaliditeit