English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dipper

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dipper
waterspreeuw
(immerse; soak; dunk); ;
trempi

EnglishDutch
dipper duiker; pollepel; schepper; waterspreeuw; wederdoper
big dipper achtbaan; grote roetsjbaan
Big Dipper Grote Beer
dip aanspreken; afhellen; afhelling; bad; dalen; del; dimmen; dippen; dipsaus; dompelen; doorbladeren; doorkijken; doorslaan; dopen; duik; duiken; duiken in; duinvallei; hellen; helling; indompelen; indopen; indoping; inkijken; kimduiking; laten hellen; neerlaten; onderdompeling; soppen; vetkaars; wasbeurt; zich verdiepen in