English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word contemporaneous
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
contemporary (current; present; present‐day; topical; up‐to‐date) | ; | |
contemporary | ||
contemporary (simultaneous) | ; |
English | Dutch |
---|---|
contemporaneous | gelijktijdig; uit dezelfde tijd; van dezelfde leeftijd; van dezelfde tijd |
contemporary | contemporain; eigentijds; gelijktijdig; hedendaags; leeftijdgenoot; leeftijdsgenoot; tijdgenoot; uit dezelfde tijd; van dezelfde leeftijd; van die tijd; van onze tijd; zusterblad |