English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word breast

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(bosom; chest);
(mamma)
🔗 Arms folded tightly beneath her breasts and heeled boots planted wide, Brirgitte grimaced, as always when anyone used her new title.
(boob; hooter; jug; knocker; tit)
breast cancer
breast feeding
naast elkaar
;
flankon ĉe flanko
up to date
; ;
vooraan
fronte
chicken‐breast
koka brusto

EnglishDutch
breast beklimmen; boezem; borst; borststuk; doorklieven; het hoof bieden aan; met kracht ingaan tegen; schoot; strijkbord
breast cancer borstkanker
breast feeding borstvoeding
breast milk moedermelk
breast of veal kalfsborst
breast pocket borstzak
breast the tape als eerste over de finish gaan
make a clean breast een volledige bekentenis afleggen; eerlijk opbiechten
make a clean breast of it alles eerlijk opbiechten
abreast naast elkaar; naast elkander; op de hoogte; op een rij; zij aan zij
breastbone borstbeen
breast‐high tot aan de borst
breastpin borstspeld; doekspeld
breastplate borstharnas; borstplaat; borststuk; harnas
breast‐strap borstriem
breaststroke borstslag; schoolslag
breastwork borstwering
chicken‐breast kipfilet; kippeborst
double‐breasted met twee rijen knopen; tweerijig
single‐breasted met één rij knopen