English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bosom

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(breast; chest);
(lap);
bosom friend
(buddy)
;
bosom friend
;
intima amikino

EnglishDutch
bosom boezem; borst; buste; schoot
bosom friend boezemvriend; boezemvriendin; hartsvriend; hartsvriendin
bosom friendship boezemvriendschap
cherish a viper in one’s bosom een adder aan zijn borst koesteren
clasp somebody to one’s bosom iemand aan het hart drukken
nourish a viper in one’s bosom een adder aan zijn borst koesteren
take somebody to one’s bosom zich over iemand ontfermen
embosom aan het hart drukken; in het hart sluiten; koesteren; omarmen; omhullen; omsluiten
unbosom ontboezemen