English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word beach

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(run aground)
aan de grond zitten
(land)
surterigi
(land; alight); ;
albordigi
(land; berth; go ashore); ;
aan wal komen
;
🔗 Today the beach was clean.
beach ball
strandbal
plaĝopilko
beach mulberry
(great morinda; Indian mulberry; noni)
Indische moerbei
;
nonio
beach rose
(Japanese rose; rugosa rose; ramanas rose)
beach towel
strandhanddoek
plaĝotuko
nude beach
;
pebble beach
(shingle beach)
private beach
privata plaĝo
sandy beach
beachcomber

EnglishDutch
beach kust; oever; op het strand drijven; op het strand trekken; op het strand zetten; strand
beach ball strandbal
beach mulberry Indische moerbei; noni
beach promenade strandboulevard
beach rose rimpelroos
beach shoe strandschoen
beach towel strandhanddoek
nudist beach naakstrand; naaktstrand
on the beach aan lager wal
pebble beach kiezelstrand
private beach privéstrand
sandy beach zandstrand
beachcomber jutter; lange golf; stranddief; strandjutter
beachhead bruggehoofd
beachwear strandkleding