English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word abnormal

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
abnormal (eccentric; freak; freakish)	abnormaal	nenormala
abnormal	abnormaal	nenorma
abnormal psychology	psychopathologie	psikopatologio
abnormality	abnormaliteit	nenormalaĵo
abnormality (abnormity)	abnormaliteit	nenormaleco
abnormality (irregularity)	onregelmatigheid	nereguleco
abnormality (abnormity)	misvorming	misformaĵo
abnormality (abnormity)	wanstaltigheid	misformeco
abnormality (abnormity)	abnormaliteit	nenormaĵo
abnormality (abnormity)	abnormaliteit	nenormeco
abnormally (unnaturally)	onnatuurlijk	nenature
abnormally	abnormaal	nenormale
normal	normaal	normala
🔗 He stopped acting like a normal boy a few weeks ago,
normal (common; commonplace; everyday; ordinary; standard; usual)	gewoon	ordinara
normal (perpendicular; vertical; perpendicular line)	loodlijn	ortanto

English	Dutch
abnormal	abnormaal; onregelmatig
abnormal psychology	psychopathologie
abnormality	abnormaliteit; abnormiteit; misvormdheid; misvorming; onregelmatigheid; wanstaltigheid
abnormally	abnormaal; buitengewoon
normal	gemiddelde; gewoon; loodlijn; loodrecht; normaal; normale toestand