English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word abhor

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(abominate; loathe; detest); ;
(loathe);
(abomination; horror; loathing)
(abomination)
(abomination; atrocity)
abomeniga
(abominable; detestable; gruesome; hideous; horrible; odious); ;

EnglishDutch
abhoreen afgrijzen hebben van; een afschuw hebben van; verafschuwen; verfoeien
abhorrenceafschuw; gruwel
abhorrentafschuw inboezemend; met afgrijzen vervullend; weerzinwekkend